Hoofdstuk 11

Epiloog

 

Waar we in vorige hoofdstukken mee bezig zijn geweest is het volgende:

Als we het niet zo nauw meer nemen met de objectieve waarheid, zoals het geval is met de klok, ontstaat 'ongewenste wetenschapsbeoefening' die in feite neerkomt op de psychologische tralala. Omdat het de wijsheid niet is te klagen, moeten we (geestes-) wetenschappelijke discipline ontwikkelen om de problemen op te lossen.

Die discipline heet tegenwoordig wat vaagjes: ecologie. Vaagjes omdat men niet weet om welke discipline het nu eigenlijk gaat. Welnu, de ecologie, of milieukunde, is een soort Babylonische spraakverwarring van prioriteiten. Zoiets als waar de verschillende vormen van religie steeds mee bezig zijn als ze denken dat de ene profeet beter is dan de andere 'avatar', terwijl men in feite het hele 'therapiepakket' moet slikken. Religieuze twist is een soort weerstand tegen die therapie van elkaar te leren. Die weerstand put de genade uit en maakt dan weer een nieuwe religie noodzakelijk. Zo weet men ook niet waar te beginnen met het milieuvraagstuk. Men begint zo maar ergens, een ieder preekt voor zijn eigen afdeling, en we komen er vanzelf wel achter waar het schip strandt. Zolang de ene 'milieuaktivist' de andere maar niet gaat bestrijden... of hoe heet die burgeroorlog. Wellicht is ecologie de laatste religie op aarde. God in de natuur, ons daarvoor uitsloven, alleen om te overleven. Verder geen beeld van God scheppen, gewoon alleen maar ijveren om de natuurlijke harmonie te respecteren. Dat is ook de reden dat de natuurwetenschappers die tot nu toe zonder noodzaak het inwisselen van de ware met de klokkentijd handhaven, geen gelijk kunnen krijgen als ze tegen innovatie zijn uit gehechtheid aan hun eigen compensaties of goddeloosheid. Ze respecteren de volledige werkelijkheid daar niet mee. Telkens leggen ze in de dualistische strijdvraag een hand op één essentieel stukje informatie, men vergeet dan dat die reductionistische schaduw van hun koekoeksdrang nu eenmaal ongewenst is, en gaat ijskoud redeneren in politieke termen die de luiheid moeten rechtvaardigen. Veel van het moderne ego moet zijn juiste plaats nog vinden. Er is ongelooflijk veel schijn en daarvoor pleitend liegt men glashard over de ellende van het leven. En dat is niet al te slim. Men veronderstelt maar dat het zo wel goed is omdat de ongecorrigeerde klok inderdaad systematisch afwijkend een eigen cultuur heft die te waarderen is. Voor een reductionist is het dan makkelijk praten als je informatie achterhoudt. Doe je dat niet, dan moet je almaar je eigen geklungel met de klok onder ogen zien. En dat gaat onze apetrots te ver. Altijd hetzelfde probleem. We moeten het elkaar vergeven. Het is heel natuurlijk dat een paradigma dat al 5500 jaar geldt, sedert de eerste tijdschaal van de zonnewijzer, de eigen cultuur bepleit. Aangezien het technologisch respecteren van de ware dynamische tijd pas sedert het einde van de 20-e eeuw volledig mogelijk is, en men dus wel uit moest gaan van een inwisseling van de ware voor de fictieve zon, kwam het zo tot een tijdsysteem waarin systematisch zelfbedrog normaal is. Alle astronomie en astrologie ten spijt. De psychologie heeft het laatste woord: een mens kan niet almaar veronderstellen fout bezig te zijn en gaat dan geloven dat de mens bedrogen wil worden.En zo vervalt men van de ene vervalsing in de andere. Onze eer is ons heilig, maar trots verheft zich in ontkenning van de waarheid. Niets is zo sterk als het mechanisme van de cognitieve consonantie, datzelfde mechanisme dat ons van nature bewust maakt van onze verbondenheid met het hier en nu. Je kan je eigen bewustzijn niet gaan afstoten. Dat is schizofrenie. Dat is onmogelijk na te streven. Ikzelf kon het niet, zie mijn levensverhaal, en verviel van de ene 'trip' in de andere, net zo lang tot ik door twijfel voortgedreven en met steeds maar weer eerlijk mijn vergissingen erkennen en verder proberen deze waarheden glashelder op 'n rijtje had. Alleen de praktijk van het middels de klok actief respecteren van de ware tijd kon me dit bewustzijn geven. En laat dit voor alle twijfelaars een les zijn. Je komt er niet als je de grofheid blijft huldigen en de essentie van de ware tijd negeert. Nood breekt wet. O.K., daar is begrip voor, maar misbruik straft zichzelf. Ik hoop niet dat dit boek terzijde wordt geschoven en ik morgen in uniform als reserveofficier academisch gevormd (ROAG), als luitenant, naar het front van de 'europese oorlog tegen de zuidelijke staten' moet. Want daar kan een burgeroorlog op uitdraaien als we betrokken raken en ons gaan inmengen in souvereiniteitskwesties zoals in Joegoslavië. We mogen alleen ons eigen land, onze eigen vrede verdedigen. We mogen nooit een conflictgebied binnendringen als buitenstaanders, alleen als vrienden. Wijken we hier van af, dan splijt ons eigen kamp. Het kan zo erg escaleren dat je je eigen huis nog niet eens uit mag - zolang het er nog is. Godvrezend zullen we telkens wel niet genoeg zijn. Maar ik zie niet zo het verschil tussen die vrees en de vrees voor oorlog. Oorlog is de wraak van de natuur op de mens. Lastige vlooien in de pels die eruit moeten worden gekrabd. Een soort schurft die de huid van moeder aarde vergiftigt en vernietigt. Er valt met natuurkrachten niet te spotten, heren ecologen, militairen, politici èn psychologen. Het totaal van de natuur is altijd machtiger dan een deel ervan. De verbeelding van onze vernietigingskracht ten spijt. Bij verbittering keert die kracht zich tegen zichzelf en welke natuurkracht zou het winnen? Dan maar een half miljoen jaar geen noemenswaardig leven meer op aarde? Zo ver willen we het toch niet spelen met ons 'beheer van de natuur'.

Een mooi voorteken van de natuur vindt men in de kunst. Toen ik in 1983 het rotste jaar uit mijn leven doormaakte, ik niets anders had dan de materie om me heen, en mensen geen troost konden bieden, toen schafte ik me een klok aan. Het was een merkwaardig en typisch produkt van de 80-er generatie, de punkbeweging. Het waren drie staafjes hout met rode en groene draadjes die naar een kaal quartz-tikkertje met kale wijzertjes liepen. Het was behalve de draadjes helemaal zwart met gele stippen op de wijzers. Het zag er echt gevaarlijk uit. Dàt was toen het beeld van God dat ik kreeg. Ik wist niet precies waarom, maar die bomklok symboliseerde voor mij heel mijn drama. De wereld stond op springen, ik moest met terroristische verbetenheid m'n leven zien terug te vinden, alles kon barsten. Pas veel later besef ik nu hoe heilig dat beeld van de klok is. Het zegt alles: we gaan als we niet oppassen aan de explosiviteit van het tijdsysteem ten onder. We leven met een tijdbom die we heel rap onschadelijk moeten maken.

Behalve de weerstand van het gangbare verwarrings-paradigma, dat we kunnen bestrijden onder het motto 'het gemiddelde bestaat niet', zitten we ook met het rationalistisch verzet tegen de causale suggestie dat de klok de bron van alle moderne kwaad zou zijn. Voor de laatste keer: deze argumenten zijn vanwege het axioma van de primaire causaliteit van die krachten en machten der natuurlijke harmonie of 'God' niet geldig. Men kan eindeloos met machtsspelletjes en het 'voordeel van de twijfel' dualistische strijdvragen opzetten over wat nu wat veroorzaakt. Feiten blijven feiten. Dat is ons enige houvast. De klok danwel de zonnewijzer behoort na het wiel tot de oudste mechanistische fixaties. Feit blijft dat ze de objectiviteit van de dynamiek van de tijd, ook onweerlegbaar, dienstbaar moet blijven. Hoe klungelig ook, we komen er niet onderuit dat we gewoon voor onze eer ons best moeten doen. Doen we dit niet, dan is dat zeker de oorzaak van onze val. Kunnen we dit niet, dan hebben we religie en bijgeloof nodig als valbreker. Volmaakt logische sociale suskunde! Psychologie. Er is maar één ware middag. Hoe we ook disputeren, om de feiten komen we niet heen. Het hele machtsspel van de moderne wetenschappelijke verdeeldheid is terug te voeren op het weerleggen van het natuurkundig objectieve feit van de ene dynamische ware tijd. Dit spel met al haar filosofische rechtvaardigingen is, wat mij betreft nu afgelopen. De puinhopen overziende, moeten we uithuilen en opnieuw beginnen. Met alle verworven vaardigheden en persoonlijke respect. De soldaten van de waarheid hebben gelogen tot het niet meer nodig was. De causale suggestie blijft een suggestie, tijdzin is de suggestie van de zelfhypnose, maar, nogmaals, feiten blijven feiten. Laat dit boek overbodig worden en de laatste vergissing zijn, als we de totale feitelijkheid van de tijd maar respecteren, dan mag het openbaar verbrand worden als instrument van duiveluitdrijving. Moderne spiritualiteit is een oefening in excorcisisme. Niet de yoga-psycholoog-auteur of de natuurwetenschapper is de duivel, maar de machtsillusies van de onontkoombare causale suggestie breken ons de nek.

Freud constateerde reeds dat hypnose hem de zoete wraak van de dames bezorgde. Hij zag toen bewust af van de machtsillusie. Laat de rest van de wetenschap dezelfde genade vinden. De angst voor de absolute zelfdictatuur zal het moeten afleggen tegen de angsten voor God en oorlog. Machtsillusies zijn projecties van de paternalistische zelfdictatuur. Aanvaarden we de primaire verantwoordelijkheid voor onszelf, dan houden we automatisch maar één God over. Macht is de illusie van het gebrek eraan. Behalve met de machtsparadox, hoe dichter bij de macht hoe minder je de machtige kan zijn, zitten we ook met de potentiële paradox en de hobby der goden: je ontwikkelt potentie door er van af te zien en begint te dromen. De natuurlijke werkelijkheid heeft de touwtjes in handen. De macht is aan de objectieve eenduidige natuurlijke dynamische waarheid van het leven zelf.

 

Vandaag 9 januari 1992, bij het uittypen van deze laatste pagina, blijkt het laatste (15-e) vredesbestand te houden. De oorlog in Joegoslavië (Kroatië) is afgelopen.

 

 

 

 

 

back to ego-button the Ego-pages

 

 

 

Production: The Order of Time     
  © Aadhar 1992 Enschede     
no publication inj whatever form elsewhere,     
dowloading and printing only for personal purposes.
     
ISBN 90-70986-96-5
     

 

.