Hoofdstuk 10

Vooruitzichten

 

10.1 Wie ben ik?

Pleiten voor een natuurlijke verdeeldheid is een argument voor subtiliteit, beschaving, ontwikkeling, klasse en bewustzijn; in feite een ethische kwestie dus. Het komt overeen met het verschil tussen reductionisme en karigheid. Reductionisme betekent eenzijdigheid en vergroving, is een voedingsbodem voor mystificatie en primitiviteit, en doet zich gelden als een argument dat niet wezenlijk constructief is, maar ten onder gaat aan machtsillusies. Karigheid betekent heel wat anders. Karigheid betekent prioriteiten stellen, zoeken naar een elegante oplossing, het vermijden van onnodige strijd en zondeboktheorieën. Soms wordt karigheid voor reductionisme aangezien en andersom bestaan er ook illusies. Bijvoorbeeld de hollandse regering voert een z.g. 'terugtredend beleid', d.w.z. dat men veel aan de verantwoordelijkheid van de mensen zelf wil overlaten. In hoeverre men daar een excuus in vindt zich aan verantwoordelijkheden te onttrekken is niet duidelijk. Het is die paradigmatische onzekerheid zo kenmerkend voor de neurotische verwarring van het 20-e eeuwse tijdsysteem, om niet meer te kunnen zien of van zichzelf te weten of institutionele macht een vorm van machteloosheid weerspiegelt en bijgevolg niet verantwoordelijk gesteld kan worden - men dient slechts de communis opinio - of, dat men wel degelijk bepalend is en ook moet zijn, zodat ieder individu zijn wensen kan deponeren en respect mag opeisen. Kort gezegd: men kan in een systeem dat als uitgangspunt voor verwarring heeft gekozen uit praktische overwegingen, niet verwachten dat men zekerheid kan en wil huldigen. Niettemin zitten we met de opdracht van de klassieken: naar eer en geweten de waarheid, God en vaderland te dienen. Derhalve zal de verwarring rondom de praktijk van de fictieve zon die speelbal is van dualistische spelletjes en ego-vervalsingen moeten worden beëindigd. Heel concreet zal men voor de waarheid van de moderne capaciteit moeten buigen en er niet langer om heen moeten draaien.

Als ik sprak met de astronomen van het KNMI en met prof. Vroon, was men beleefd en aardig, maar genoot men steeds het voordeel van de twijfel. Met de geïnstitutionaliseerde praktijk worstelen we met een koekoeksprobleem. Ik kan zelf steeds kiezen, òf ik blijf de koekoek dienen met waarheid tot ik uitgeput de waanzin nabij ben, òf ik verbreek dat kontakt en richt mij op de volksmassa terwille van een discussie. Ik ben natuurlijk niet God zelf, geen groot historicus, noch filosoof, ik weet alleen maar wat ik weet, en weet alleen voor mezelf dat dat voldoende is. Voor anderen zal ik nooit helemaal bevredigend kunnen zijn. Ik ben de pappie niet, à la Freud, maar meer de grote broer, sedert 1984 (...). Uit eigen ervaring (met de guru's m.n.) ken ik de paternalistische paradox: je wilt een vaderfiguur, maar trapt er zelf het hardste tegen. Als ikzelf in moeilijkheden verkeer vervloek ik mijn leraren en verwijt ze pretenties, onrechtvaardigheid, liefdeloosheid, etc. etc. De hele regressieve waanzin die zeer oedipaal grenst aan pure moordlust. Soms zou ik ze wel kunnen wurgen die guru's, die koekoeken van de heiligheid; of was het andersom? Geweld staat echter begrip in de weg. Geweldloosheid en begrip zijn bijna synoniem. Denkend aan vegetariërs als Ghandi en Hitler vraag je je dan wel eens af: hoe krijg ik de vader-wanen definitief in de vuilnisbak. Helaas, God is de baas, maar wie de rekening moet presenteren - laten we het daar niet over hebben. In mijn rapport, voorafgaande aan dit boek, had ik de praktijken rondom de ware middag theoretisch nog niet 100% onder de knie. Ik wist al wel dat het buiten beschouwing laten van de informatie van de tijdvereffening logischerwijze een vergroving inhield en dus moest worden bestreden. Derhalve heette het ook 'Vadertje Tijd, De Analytische Conclusie'. Dat de wetenschap zelf met het vader-complex en alle regressieve negatieneurosen en koekoeksneigingen op de loop was gegaan, had ik echter nog niet door. Wel wist ik dat een ieder er zo z'n eigen idee van de naturalistische eis en andere paradigmatische voorwaarden op na hield. Wat is nu praktische toepassing? Een cyclotron of een raket naar de maan? Wat hebben we aan de zelfbevestiging van een neurotische nieuw-honger? Ik kan ook wel met veel praatjes en dualistische machtsspelletjes miljoenen opeisen voor een 'bosonen-phi-scanner plus satelliet' om achter de manen van Jupiter te kijken.

 

10.2 Het monster

Ik wil verder niemand beschuldigen, we zijn allemaal het slachtoffer van een historische denkfout afgeroepen door de concessies van een technologisch onvermogen. Zelfs al geeft de astronomie toe dat de ware middag een verwaarloosde praktijk is, dan nog, het maakt niet zoveel uit als de praktische concessie van het inwisselen van de ware voor de gemiddelde middag daarmee in de praktijk nog wel gehandhaafd blijft. Het is immers hun taak niet er wat aan te doen. Wie is er wèl verantwoordelijk? Ook kan ik niemand beschuldigen uit de 18-e eeuw. Zelfs de werkelijk bestaande waretijdklok van Robin gaf geen zicht op een reisklok. Die wanhoop is bepalend geweest. Het enige vraagteken dat ik heb is gereserveerd voor Benjamin Franklin. Was het nou nodig zo ongenuanceerd en luimig die mogelijkheid van de zomertijd voor waarachtig te laten doorgaan? Als hij toen op dat punt een beetje zelfkritiek had gehad, dan waren we wellicht nooit aan dergelijke collectieve opleggingen begonnen (...). Het was precies in de tijd dat in Nederland de zomertijd werd ingevoerd dat ik de greep op mijn 'studentenhuwelijk' verloor. Omdat ik van huis uit geconditioneerd ben op klokken en psychologie, veronderstel ik niet dat deze correlatie algemeen was, maar toch.... Dat is voor mij een persoonlijk trauma, ik hield met heel mijn hart van haar, ook al 'groeiden we uit elkaar'. Met de zomertijd van Franklin heb ik mezelf als Râma, de oud-indische prins, het bos ingestuurd gezien. En het is nu ook 14 jaar geleden. Net als bij Râma lever ik het gevecht tegen het tienkoppig monster van de tijd, Ravana, lijkend op dat van Johannes' openbaringen. Râma deed er ook zo lang over voor het zover was. Dit laatste hoofdstuk is de laatste kop, het laatste gevecht om de waarheid. Een Râma-mantra luidt: sathyam eva jayate, hetgeen betekent, de waarheid zal overwinnen, of in normaal Nederlands: recht moet, of beter: doet wedervaren. Ik wil niet zeggen dat m'n ex Sita zou zijn, de door het monster Ravana ontvoerde echtgenote van Râma, en de psychiater waar ze mee getrouwd is Ravana zelf. Dat gaat te ver. Het zijn beste mensen. Maar, ik heb ook drie jongere broers, net als Râma, dus, begrijpelijk, ik denk wel eens... Van het hindoeïsme hou je ook een neiging over.

Het monster waar we nu mee worstelen is dat van de angst voor de toekomst. Nu, fin de siècle 20-e eeuw, hebben we geen idee van een 21-e eeuw. Nog mooiere televisies, telefoons en auto's? God bewaar me, dat spelletje...dat zal wel. Het zijn de steeds agressiever wordende generatiekonflikten; mijn generatie, de z.g. verloren generatie, pleegde gisteren nog een bomaanslag op het 'Ministerie van Binnenlandse Zaken'. Actiegroep 'Rara', bekend van het doorsnijden van Shell-pompslangen e.d. tegen apartheid en racisme; moest dat nou zo gewelddadig. Ik weet wel dat ik kwaad was op Beatrix van Rooy, de ambtenaar verantwoordelijk voor de wettelijke tijdregelingen en minister Dales, omdat ze me aan mijn wetenschappelijke lot overlieten en hun handen met een air van afschuw in onschuld wasten. Begrijpelijk, waarom zoveel moeite voor zo'n, per systeemdefinitie twijfelachtige zaak? Maar beste kameraden van de rara, vuile terroristen, verraders van de vredesgeneratie en de flowerpower, waarom onze eer als respectabel gesprekspartner zo te grabbel gegooid. Geef mij de schuld maar, wellicht ben ik wat ouder met mijn 37 jaar, het was mijn vadercomplex de minister en ambtenaar als machtig te achten. Vanmorgen dacht ik nog hoe betrekkelijk vrijheid is en schoon een gevangenis in Nederland kan lokken, heerlijk verzorgd te worden, rust te hebben, 200 boeken per jaar te lezen en nog aanspraak ook. Dan heeft de familie ook weer eens een excuus om op bezoek te komen (...). Neen, het is alleen voor de smaak van eer en vrijheid, dat ik moedig het licht van een zekere toekomst zie schijnen. Er is teveel waanzin in deze eeuw ontstaan. Het is godgeklaagd hoe ver ik zelf moest wegraken om gemotiveerd te zijn de duivel zonder toekomst af te slachten.

 

10.3 De toekomst

Er is wel degelijk toekomst, een hele mooie zelfs. Wij waterlanders, wij levende tranen, helden der monarchie, wij mogen dat licht als eerste zien, met het juk van het europese voorzitterschap dit gedenkwaardig halfjaar op onze schouders (je begint er de mooiste taal van uit te slaan, met iedere vergissing gaat 't beter!). De gekte de baas, het enthousiasme tegemoet. Dat is andere koek. Weg met de crisisrepetitie der dertiger jaren. Weg met de zomertijd. Weer terug naar de oude sfeer, die, de verkeerde kant op kijkend, misschien wat saai leek maar veel meer ziel had. Laten we de nostalgie eens huldigen als een uitnodiging het retrospectief beter te doen. Oude rotzooi van vroeger opruimen. Het hoeft gewoon niet meer die boetedoening. We zijn het tijdprobleem technisch en wetenschappelijk de baas geworden. "Komt juichen Batavieren, de overwinning aan de Oranje zon. We hebben gehandhaafd, de wereld gered", - op papier dan, wellicht blijf ik of wij, de enige met een werkelijk tijdrespect -, maar, het licht kan niet ontkend worden. Het is niet het licht van de zon, het is het licht van de ziel.

We beseffen nog niet zo goed wellicht hoezeer onze goede bedoelingen zijn uitgehold en hoe erg we allen op de proef zijn gesteld. Het gaat in feite vreselijk goed met ons. We moeten grote gedenkfeesten organiseren voor iedere geestelijke overwinning. Het kuisen van de irakese Jihad, 100.000 Christussen, olé, één groot feest vol frisse neoklassieke muziek die nooit meer uit de toonsoort wil vallen. Het slechten van de Berlijnse muur, hoppekee, drie dagen alcoholvrij bier en vegetarische hamburgers van Mc Donalds voor iedereen gratis. En zo zouden we eigenlijk nog even moeten doorgaan. Waarom niet? Ik zie geen belemmeringen meer. Ik heb geen angst meer voor de toekomst. Ik heb al geboet voor al mijn verleidingen. Ik weet nu zeker dat op herhaling gaan met de 17-e en 18-e eeuw, met twee eeuwen afknappen op de mechanistische ervaring en nu wijs ermee, een geweldige opleving van de cultuur kan inhouden. Alle dames weer mooie jurken met kantwerk en parapluutjes op zondag paraderend. Blozende wangen, weer juichen om de koning en lachen over de zotternij, en niet om een enkele t.v.-artiest. Neen, over je eigen zottekop. Het mag dan weer, weet je wel... Over de t.v. gesproken, daar hoeven we ons dan niet meer over te beklagen. Die dwangbuis is dan niet meer een dwangbuis maar een echt 'aquarium' vol rare vogels. Dan kunnen we weer buiten gaan vliegeren zonder vliegervereniging en weer saloncultuur ontwikkelen zonder het drama. Neo-naturalisten. Neoclassicisme, neo-christenen, geen conflict meer zonder noodzaak, alle tolerantie hebben we al geleerd. Gewoon weer respect voor elkaar en een goed verjaardagsfeest, trouwpartij; gewoon weer bij elkaar blijven en kinderen krijgen zonder 20-e eeuwse seksdwang. Gewoon weer een beetje victoriaans, romantisch èn artistiek. Dan wèl zonder tijdzones, want iedereen krijgt zijn eigen stedelijke 002-tijdmelding. Weg met de moderne leegte, we gaan die kale gebouwen een beetje aankleden, in flatwijken kroegen openen en stap voor stap flats zelf verbieden. Economisch optimisme en vreugde over vrije tijd i.p.v. tranen over vrijwillig werk. We gaan een kasteel bouwen, ja! Geld speelt al sedert de sociale wetgeving geen wezenlijke rol meer, het gaat om de zelfrealisatie, de gezuiverde liefde, een verruimd idee van wat God allemaal te betekenen kan hebben. Kerken worden moskeeën en moskeeën tempels. Iedere stad zijn eigen pad. We weten weer wie we zijn. Geen nodeloos gezeur meer, gewoon deugd of ondeugd zoals het is, weg met de neurose. Gewoon weer fijn meeleven met elkaar, elkaar herkennen, weg met de paranoia en de sociale angst. Zo kan het ook!

 

10.4 Politiek

En de politiek, wat moeten we daarmee? We zijn bijna vergeten dat politieke verdeeldheid nogal modern is. Men moet gewoon een eigen mening hebben en we moeten allemaal van de partij zijn. En hoezo partij. Gewoon erbij dus. Ik stel me het allemaal heel anders voor. Ik moet even een verhaaltje vertellen.

Begin 70-er jaren kwam mijn 'politiek engagement' op gang. En nu niet lachen. Ik kwam meteen in de gevangenis. Ik had o.l.v. mijn oudste zus meegedaan met het bezetten van het gebouw inschrijvingen van de 'Rijks Universiteit Groningen'. M'n zus was lid van de 'G.S.B.', een stelletje linkse kabouters met Trotski-neigingen of zoiets, ik wist er niets van en interesseerde me er ook niet zo voor. Maar voor het collegegeld wilde ik wel meedoen. Op de trappen zitten en je door de politie mee naar buiten laten sleuren. Zeer gezellig. Met 10 man in een klein celletje voetballen met tot een bal gerolde sokken. En stinken... Goed. Ik liet me ook nog meeslepen naar een partijvergadering van de 'C.P.N.' en zette ergens mijn handtekening onder. M'n zuster was verliefd op een ex-europees kampioen hardlopen, een psychopaat, maar ja, ik was een meeloper, toen. Een tijd later bleek ik op een lijst te staan van de 'G.S.B.', de groninger studenten bond, en werd deur aan deur bewezen hoe deugdzaam ik wel niet was... Dat ging me te ver. Ik heb geëist van die lijst te worden afgevoerd en heb me nooit meer met de politiek bemoeid. Zelfs jaren lang heb ik niet meer gestemd. Politiek, het gaat met je op de loop.

Jaren later, niet zo lang geleden nog, kwam ik bij mijn buurman, acht hoog, in mijn flat, op bezoek. Het bleek een kunstenaar te zijn die merkwaardige mechanische kunst maakte. Horloges die op kromme pootjes rondliepen e.d. Ik vond hem heel interessant. Hij deed me op één of andere manier denken aan H.G. Wells, de schrijver van 'The Time Machine', in hollandse wedergeboorte. Een goede oude vriend. Hij bleek in de politiek te hebben gezeten, of, althans, als ambtenaar te hebben bijverdiend. Hij wist er alles van. Hij was het die me inspireerde tot een groots politiek plan. We zouden een nieuwe partij oprichten. De verjaardagspartij. Half serieus bedoeld, alleen voor de sociale binding van zich verantwoordelijk voelende mensen. Het zag er zeer fraai uit: een supra-politieke organisatie zonder ambitie of moreel precedent die zich vormde naar ieders geboortedag. Per stad twaalf maandvergaderingen van iedere maandvertegenwoordiging. Allen geboren in augustus bij elkaar enz., eventueel uit te splitsen in daggroepen en bijeen te voegen in regionale jaargroepen. Een schaduwparlement van 365 leden, voor iedere vergadering één vertegenwoordiger, van stad tot streek tot provincie verder geselecteerd. Een piramidestructuur van 365 piramides. Eén schrikkelpiramidetje. Geen vaste leider, doch een roulerend voorzitterschap. Wel een schaduwkabinet van de 12 beste maandleden van het verjaardagsparlement. Programma: feestvieren en authentiek uit je bol gaan met oorspronkelijke speeches. Voorzitten op je eigen verjaardag. Waarom niet? Zou dat niet veel beter zijn? Dan kan de astrologie zich ook weer eens bewijzen. Temeer door de knauw die ze krijgt van de verwaarloosde middagcorrectie. Op deze manier zou de reguliere politiek snel uit de gratie vallen en zou het schaduwkabinet God, van Oranje en het vaderland beter kunnen dienen. Zo leek de destructieve politieke verdeeldheid effectief bestreden te zijn en een eerlijker, meer uitnodigend en wetenschappelijker systeem van volksvertegenwoordiging te zijn ontstaan.

Enthousiast stelde ik de statuten op, op twee kantjes A-4. Ik was de voorzitter, m'n buurman de secretaris. De statuten vielen nogal moreel uit. Ik bleek toch te refereren aan allerlei profeten en goden, ook al was ik strak rationeel voor de uitgangspunten zelf. Ik kon het niet laten. Maar goed, met de V-partij, moet je jezelf zijn, dus dat moesten we nog in vergadering nemen. We hadden het nog over advertenties zetten. 'H.G. Wells' reageerde verder niet op mijn enthousiasme. Hij kon vriendelijk meepraten, zoals zovelen, doch ondernam zelf geen stappen. Dus bloedde de jongensdroom dood. Heel jammer. M'n buurman had een hond en die mocht er op vergaderingen niet bij zijn. Een stomme blunder van me. Ik ben eigenlijk niet zo geschikt voor de politiek. Te direct, te persoonlijk, te idealistisch, maar toch..., zo stel ik me een toekomst van eerlijke politiek en cultuurbeleving voor. Speels en betrokken. Niet zo loodzwaar en hebberig of hoe moet ik het zeggen, dat vlezige op een of andere manier. Enfin, mijn buurman verhuisde en liet mij achter met mijn 'politieke engagement'. Achteraf dacht ik, ik was toen nog gewoon psycholoog officieel, dat het beter was voor me om mijn huis in een ashram, of toevluchtsoord voor geestelijk zoekenden te veranderen. De politiek moest ik maar overlaten aan wereldlijker types. Als het geen wederkerigheid is, maar een cursus koekoekologie, hoeft het van mij niet. Maar goed, je weet maar nooit.

 

10.5 De harmonische tijd

 Terug naar ons onderwerp. De toekomst. Nuchter gesproken, naar het probleem van de destabilisatie van de zomertijd, de splijting door de zonetijd en de verwarring en rigiditeit van de gemiddelde tijd, kan je respectievelijk het tapijt van het tijdsysteem volgens de vier in het vorige hoofdstuk genoemde fasen oprollen en geleidelijk de stabiliteit van de persoonlijke ziel of zelfherinnering, de romantiek en burgerlijke deugden herstellen, en de verfijning van de klassieke cultuur terugbrengen. In één woord, de eerste tien jaren kunnen worden begrepen als een neo-restauratie. Je zou kunnen zeggen dat de wereldcultuur zich daarmee haar volwassen identiteit bewust wordt, tot de jaren des onderscheids komt. Dat betekent het einde van de behoefte aan de revoluties en het begin van een idee van gezuiverde - van gelouterde - autoriteit. Als we deze fase, van mechanisering, doorstaan hebben, kunnen vele oude tradities weer opleven in een nieuw jasje. De hele communistische strijdvraag zal, sociaal gezekerd zijn gereduceerd tot een moraal van onthechting die zoveel moreel en intellectueel voordeel biedt dat er een cultuur zonder dominante bezitsdrang voorstelbaar is. Koningen en keizers zonder verbeelding. Wetenschappers zonder boekenkasten en religieuzen in een kosmisch uniform. Herkenbare levende goden als heldhaftige medemensen zonder vaste woonplaats, ridders met de tong als zwaard, en jonkvrouwen met het volk als kroost.

De psychologie en de psychiatrie zullen natuurlijk niet zo snel verdwijnen, een nieuwe cultuur, een nieuwe gekte. Wel zullen psychofarmaca en psychotherapie andere vormen aannemen. Men zal meer met muziek gaan werken en therapeutische induktievelden opwekken, de gekte meer uitnodigen tot beter gestructureerde, meer zuivere benaderingen afgekeken van indische meditatietechnieken en dergelijke. De cultuur zal minder gewelddadig worden omdat oorlog veel te specialistisch wordt en bovendien erg zeldzaam. Alcohol, nicotine, drugs i.h.a., en vlees eten zal allemaal tot een primitieve strategie worden verklaard. Computers zullen gewoon rekenmachines, kantoorhulp zijn en biotechnologie flauwe kul. Geen manipulatie van de natuurlijkheid meer nodig. Cultuur is een vrije keuze zonder dwang. Daar zullen de discussies en oorlogen over gaan. Een strijd van prioriteiten en personen, maar zonder democratie of dictatuur. Dat is allemaal primitieve tijdverspilling. Ieder mens is in principe even machtig en kan zeer snel maatschappelijk verticaal doordringen en boven komen drijven. Horizontaal zal heel moeilijk zijn. Hoe hoger, hoe horizontaler, maar daar is de discussie niet meer zo breed en zijn machtsillusies ondenkbaar. Macht is aan de brede basis. Corrumpeert de top, dan vallen ze als een baksteen. Heersen is dienen en dienen is heersen. De machtsparadox. Anno 1991 is er al veel van waar. Men herkent het nog niet zo. De zin voor harmonie ontbreekt er nog aan, evenals de vreugde. Levensvreugde is een produkt van geweldloosheid en spontaniteit en alleen voor meer zuivere levensgewoonten bereikbaar. Voordat dat collectief is kan nog eeuwen duren en vereist enorm veel tolerantie en vertrouwen in de natuurlijkheid van de schaduw die iedere cultuur werpt.

 

10.6 Gesprek III Vragen van de Vrees

 V: Wat is denken eigenlijk?

A: Communiceren met je eigen voorstellingsvermogen.

V: Wat is dan meditatie?

A: Geslaagd zijn voor je communicatie-examen.

V: Maakt het wat uit of we hardop denken of niet?

A: In wezen niet. Als je doel het geluk van de ziel is, is het geen probleem. Als je doel in de wereld ligt zit je met de causale suggestie die een inversie, een negativiteit is van de eerste doelstelling.

V: Wat heeft het dan voor zin je over de klok druk te maken?

A: De ware tijd verwijst naar de ervaring van de ziel. Daarin moet je objectief leren zien zoals het was en is. Een klok die niet in konflikt is is als een barometer, hij maakt je bewust van de ritmische aard van 't leven.

V: En een klok die niet op tijd staat?

A: Maakt van het normale een onaangename ervaring van te snel of te langzaam gaan. Letterlijk. Je snapt dan ook niet wat het belang is van een ongestoord ritmisch bewustzijn, je gaat naar een discotheek of zoiets.

V: Als mensen protesteren tegen het moderniseren van de klok weten ze niet eens waar ze tegen zijn?

A: Inderdaad, dat soort neigingen behoort tot de strategieën van het valse ego.

V: Vals?

A: Ja vals, d.w.z. het levende ik, geïdentificeerd met dode dingen.

V: Maar dat is de klok dan toch altijd?

A: Inderdaad, maar als je moet kiezen, kies dan voor de meest natuurgetrouwe oplossing. Dan heb je minder valsheid en de grootste efficiëntie.

V: Een zelfdestructieve mensheid efficiënter maken?

A: Het valt wel mee. De moderne media werken als een vergrootglas op de ellende. We zien het enerzijds te groot en kunnen het er anderzijds mee verbranden. Je moet reëel blijven. Het merendeel van de wereldbevolking leeft in een relatief aannemelijke vrede.

V: Als ik een hare Krishna op straat zie dansen, heeft dat iets met de klok te maken?

A: Voordat de klok er was deden ze het niet.

V: En als de klok uit zijn kinderschoenen is?

A: Wellicht praten ze dan wat meer dan dat ze zingen moeten, is dat een verbetering?

V: Twijfelt u aan hun goede bedoelingen?

A: Dat niet, maar ze zitten nogal vast aan de traditie, en zo makkelijk gaan we niet terug in de tijd.

V: Heeft die traditie geen nut?

A: Jawel, het is waarschijnlijk de enige methode om als buitenstaander de Gîtâ beter te leren respecteren.

V: Waarom dan twijfelen?

A: De vaishnava-traditie, net als andere geestelijke orden, moet je niet als het einddoel zien. Het is de leerschool van de toewijding om een beter mens te worden.

V: Wat is dan het doel.

A: De verlichting te bereiken en de hele mensheid erin te laten delen. Niet de bestaande maatschappij met sekten vervangen willen, maar in zijn geheel fundamenteel te bevrijden van de angsten van het valse ego.

V: Welke angsten precies?

A: Angst voor de dood, ziekte en het verachten van andere klassen, rassen of gehandicapten.

V: Bij voorbeeld ...

A: Het medisch model, het ongelimiteerd legitimeren van vluchten in somatiseringen enerzijds en het steeds met voorzorg binden van mensen die in eerste instantie helemaal niet ziek zijn. B.v. massaal preventief verstandskiezen trekken omdat ze eventueel andere tanden zouden kunnen wegdrukken. Door die gaten ontstaat dan weer te veel ruimte tussen de tanden en andere ellende, zoals psychosociaal het verschil van vormbewustzijn van volwassenen t.o.v. kinderen gekoppeld is aan het al of niet hebben van verstandskiezen. Het is de natuur weet je. Grijpen we teveel in, dan wordt het allemaal heel moeilijk.

V: Net als met de klok.

A: Net als met de klok.

V: Hoe werkt dat valse ego precies?

A: Het ego of ik-bewustzijn geïdentificeerd met objecten werkt sociaal door als repressie en regressie. Onderdrukking van natuurlijkheid en waarheid enerzijds en terugvallen in oude afhankelijkheden anderzijds. Men krijgt een afgespleten onderbewuste met anticulturele agressie.

V: Hoe merk je dat?

A: Je wordt bang. Men maakt elkaar bang. Met de klok ontstaat niet alleen een haastfilosofie met de zomertijd, maar ook controlewanen met paranoïdie, en projectie op zondebokken. Met de zonetijd ontstaan identiteitsproblemen, neurosen of zelfs massapsychosen. Met de verwarring van het middelen ontstaat rigiditeit en magisch denken dat polariseert met afgesplitste neigingen van weerzin.

V: Waarom zou de klok daarvoor verantwoordelijk zijn?

A: Tijdbewustzijn is zeer fundamenteel. Wat moet je je anders bewust zijn? Wit licht?

V: Bij voorbeeld.

A: Zelfmoord is zonder moeite. Van lui tot gek, het verhaal van een gebrek. Bovendien, het idee je lichaam te zijn zou wel eens de grootste desillusie kunnen zijn.

V: Gewoon ergens geen zin in hebben is dat zonde?

A: Wat betreft ongerechtigheden eigenlijk wel. Het is gewoon jammer God dood te verklaren. Je doet het zelf. Mensen raken gedesillusioneerd omdat de valsheid in feite altijd mislukt. Daarom heeft men explicitatievrees.

V: Wablief?

A: De angst ergens voor uit te komen. Je zegt het en je bent er van af. Zo houden ouders de deugd voor zichzelf uit angst voor tegenwerking, maar houden daarmee de verworvenheden voor zich. Resultaat: generatiekloven, verloren generaties, de sexuele revolutie, etc. Het is typisch de systeemregressie van de 20-e eeuwse tijdpolitiek.

V: Hoe kan het dat de yoga zo passief escapistisch overkomt?

A: Je moet mensen rustig laten nadenken, desnoods eindeloos met zichzelf laten praten. Het leven is een proces, men gaat wel eens door een dal. De dictatuur der vergissingen werkt heel negatief, is heel intolerant als mensen een geestelijk conflict hebben en in zichzelf raken. Dat introverte is helemaal niet erg. De moderne psychiatrie ventileert nogal wat systeemangsten, gewoon uit onwetendheid niet te weten hoe het beter zou moeten en uit angst zelf overbodig te worden. Als men dan gaat liegen krijgt de achterdocht nog gelijk ook. Dat is het drama. De yoga lost het probleem op door alleen te doen wat noodzakelijk is, derhalve die passieve indruk. Yogi's zijn de economen van de actie.

V: Hoe komen we zonder veel van yoga te weten er toch uit?

A: Goed studeren en de praktijk zuiveren. En: vooral je niet uit schaamte ervan afkeren. Anders kweek je je eigen waanzin.

V: Die zelfdestructie, hoe zit dat?

A: Officieel is het z.g. karma, volgens de Hindoes, ofwel het gevolg van wat je voorheen deed. En zo werkt het ook. Dat mag echter nooit een ander rechtvaardigen z'n plicht te verzaken. Het kan lang duren vooraleer de zaak weer redelijk op orde is, vooral in het begin komt er veel etter uit de wond. Men heeft nogal een masochistische zelfbestraffing ontwikkeld naar gelang de mate van gehechtheid aan de crisisfilosofie.

V: Crisisfilosofie?

A: Ja crisisfilosofie, de dictatuur der vergissingen, de regressie en repressie, het valse ego, de zomertijd die we zo 'prettig' vinden b.v. Omdat men alles voor zichzelf rechtvaardigt die je het niet meer zo, maar is men in feite bezig met een ritualistische cultuur om het verleden te begraven. Kijk maar eens naar de eenkennige dodelijke ernst van de moderne concerten.

V: Ook van de popmuziek?

A: Men is nog jong, maar heeft dezelfde neiging. Vooral in de popmuziek voert men niet zo makkelijk elkaars concept uit. Die muziek is niet zo gauw dienstbaar. Het is vaak een subcultuur. Zo gaat ontzettend veel talent naar de knoppen. De moderne geestelijkheid wil er ook geen verantwoordelijkheid voor dragen.

V: Het blijft een begrafenis van het verleden?

A: Ja. Niet slecht hoor, dat moet ook, maar het gaat erom wat we nu kunnen. Om 't andere concert zou je alleen maar nieuwe muziek moeten spelen. Helaas is de klassieke orde nog niet herboren, die moet zich nog verbijten in discipline en ritueel. Bovendien, als het moderne een ritmische chaos of een verkrampte orgie is, klinkt de muziek ervan ook zo.

V: Op welke mensen loopt het vast?

A: Eigenlijk op niemand in principe, waarom zou er iemand tegen zijn. Omdat de geestelijkheid meer discipline nodig heeft voor haar gezag, hoeft de rest zich nog niet zo te gedragen. Als het respect er maar blijft. Niettemin kan je in het algemeen zeggen dat de boekenbunker en de illusie der gelijktijdigheid ons vreselijk opbreekt.

V: Boeken? En wat Jung synchroniciteit noemde?

A: Papier is geduldig en teksten rechtvaardigen zichzelf. Lezen is ook actie, maar alleen maar daarvoor leven geeft enorme problemen. De kennis moet zoden aan de dijk zetten, wezenlijk tot actie leiden, meer een springveer zijn dan een ketting. Gelijktijdigheid is de illusie van de telefoon en de televisie. Rechtstreeks synchronistisch causaal verband is alleen aan de alomtegenwoordige werking van God. En dat is in feite heel privé. En daar speelt de duivel graag een spelletje mee. Een systeem van verwarring geeft veel van dat soort illusies. Ontnuchteren en terugkomen van je 'trip' leidt in feite de blik naar binnen. Daar zit in feite niks, maar daar moet je je rustpunt in vinden. Anders wordt de dualiteit een gekkenhuis.

V: Hoe breekt de zaak dan op precies?

A: Door het verwaarlozen van het lokaal aspect. Eerst verliest men de objectiviteit uit het oog, dan verzint men er voor zichzelf wat op, vindt daar geen bevrediging in omdat het de wederkerigheid verstoort en raakt dan gebonden aan het mediteren op een t.v.-toestel. Zo leeft de moderne mens vervreemd van zijn eigen plaats.

V: Geldt dat ook voor u?

A: Ja, in m'n jeugd verloor ik de objectiviteit, raakte gehecht aan de psychologie, ik verzon er zelf wat op en zat toen geïsoleerd te mediteren. Sedert mijn 'verlichting aan de Lek', is het verhaaltje echter wat anders, ook al lijkt het er vandaag de dag nog veel op. Men leeft nu eenmaal mee met elkaar. De hele westerse cultuur lijdt onder dit gebrek. Geld maakt gek als God dood is, met het doden van of versterven met de dode tijd.

V: Hoe moet dat met de arme landen. Die kunnen nauwelijks investeren in innovatie.

A: Je vergeet dat ze nog niet zoveel t.v. en telefoon hebben en dus plaatselijke, ware tijd als heel natuurlijk ervaren. Van hen kunnen we nog wat leren! Lang leve de antropologie.

V: We hebben al zoveel geprobeerd en geloven nog maar nauwelijks.

A: Geloven hoef je ook niet. Je moet zeker weten dat verstandig zijn en je best doen het beste resultaat oplevert. Teleurstellingen zijn normaal. Wetenschap is proberen en vergissen. Als we de moed maar niet opgeven, dan zien we het licht wel.

V: Is het getwijfel over de waarde van de klok in de moderne samenleving niet gewoon een anticipatieprobleem?

A: Het gaat om het vertrouwen. Anticipatie wordt een probleem als we allemaal zijn gebonden aan continentiestrategieën. Met de klok wordt je je dat extra bewust, vooral als die voor zichzelf extra aandacht opeist door systematisch van zijn eigen eenduidigheid af te wijken. Dat is alleen maar een extra belasting die zaken die normaal al moeilijk liggen nog eens extra moeilijk maakt. De gevolgen zijn niet te overzien. Dan doen we weer meer boete dan noodzakelijk is, en dat is een ramp voor het godsvertrouwen en de sociale vrede. Zo stort niet alleen de kerk in, maar ook de monarchie, de republiek en de vrede van de mensen in het algemeen. Vrede berust op tolerantie, onder voorwaarde van een rechtgeaarde liefde voor de waarheid, niet op boete doen alleen.

V: Waarom spreekt u van tolerantie?

A: Die wordt onnodig op de proef gesteld en brokkelt daarom af. Mensen wreken zich dan egotistisch zodat het moderne ego almaar gefrustreerd en kwaad aandacht opeist en niet meer in normale wederkerigheid functioneert. Het wordt een zelfdestructieve machtspolitiek. Hatelijkheid en vooroordeel. De televisie en andere media versterken het effect nog eens dat communicatie en wederkerigheid niet meer natuurlijk zijn verbonden. Gevolg: collectieve vereenzaming en existentiële ellende. Ook van diegenen die het goed hebben met elkaar. Alles wat normaal en goed is, wordt een uitgeholde moeilijkheid, aanleiding gevend tot zondewanen enerzijds en perversies anderzijds.

V: Wat voor rol kan India werkelijk spelen voor het westen?

A: Ze zitten in hetzelfde schuitje en zijn op hun manier ook hun eer kwijt. Zij kennen een heel sterke culturele doodsdrift die ook niet meer wil praten. Indialektiek, zou je kunnen zeggen. Hun zelfbevestiging in historisch opzicht hebben ze echter nog wel weten te redden, wat betreft het geestelijke. Het zijn ongelooflijke optimisten. Blij met heel weinig, en daar kunnen we altijd van leren. Mij heeft dat het leven gered en de motivatie gebracht. India zelf kunnen we niet zomaar volgen. Daarvoor zijn ze zelf ook te ver heen. De klok is ook onze verantwoordelijkheid, onze vinding.

 V: Wat is, nog eens, maar nu in het kort samengevat de oorzaak van de met de klok geassocieerde waanzin en agressie?

A: De angst voor de verlichting een goede tijd te krijgen.

 

 

 

 

 
Terug Naar ego-button de Ego-pagina's
 

 

Produktie: De Orde van de Tijd     
© Aadhar 1992 Enschede     
geen publicatie in welke vorm ook elders,     
downloaden en uitprinten alleen voor privé-doeleinden.
     
ISBN 90-70986-96-5